Stootjukken

Een vaste spoorbeëindiging heeft als primair doel een railvoertuig met een lage snelheid tot stilstand te brengen, door een zo groot mogelijke weerstand te bieden zonder daarbij de spoorbeëindiging of het railvoertuig te beschadigen. Door deze weerstand absorberen de buffers van het railvoertuig de energie van het railvoertuig zonder dat de spoorbeëindiging daarbij van zijn plaats komt of wordt beschadigd.

Bij een hogere snelheid (afhankelijk van het railvoertuig, echter ongeveer vanaf 5 km/h) van het railvoertuig zullen de buffers en de spoorconstructie niet voldoende energie kunnen absorberen waardoor de krachten in de spoorconstructie oplopen en de spoorbeëindiging uiteindelijk zal losbreken van het voorliggende spoor. De nog aanwezige energie zal in dat geval worden geabsorbeerd door het “door de grond ploegen” van de spoorbeëindiging. Het gecontroleerd losbreken van de spoorbeëindiging beperkt de schade aan het railvoertuig, de infrastructuur en de aanwezige omgeving. Dit is het secundaire doel van een vaste spoorbeëindiging. De vaste spoorbeëindiging is voor dit doel uitgerust met een constructielas welke bij een overbelasting zal breken.

Zijn naam ontleent de vaste spoorbeëindiging aan zijn primaire doel. De stootjukken voldoen aan de ProRail SPC00190.